"Bij elk verhaal moet de kijker iets voelen" - interview in De Morgen

"Bij elk verhaal moet de kijker iets voelen"

Koppen-gezicht Tim Verheyden over de kunst van storytelling

Goede verhalen vertellen, daar is het Tim Verheyden (37) om te doen. En daar moeten soms ook de grote journalistieke principes voor wijken. "Waarom zou ik altijd neutraal en objectief moeten zijn? Ik heb liever dat mensen zich opwinden over een van mijn reportages dan dat ze er helemaal niets bij voelen."

PIETER DUMON24-10-14, 06.50u

Ook in een nieuwsuitzending blijft enkel het best vertelde verhaal hangen

Wat vroeger nog gewoon 'verhalen vertellen' heette, wordt tegenwoordig 'storytelling' genoemd. En het is iets waar elke journalist mee bezig zou moeten zijn, vindt Verheyden. "De strijd om de kijker is veel heviger geworden. VRT en VTM moeten allang niet meer naar elkaars nieuws zitten kijken. Ze zouden zich beter zorgen maken over het enorme aanbod dat je tegenwoordig overal elders aantreft. Dat is de echte concurrentie. Als het verhaal dat je brengt niet interessant genoeg is, dan klikt je kijker gewoon een ander filmpje aan. Om daar tegenop te kunnen moeten we meer dan ooit op goede verhalen rekenen."

Daarom schreef Verheyden samen met cameraman en monteur Tom Rumes en freelancejournalist Andries Fluit How to Story. Een boek waarin het drietal aan de hand van praktische voorbeelden uitlegt hoe je een goed verhaal brengt. Een wonderformule daarvoor bestaat niet. "Je moet blijven nadenken over hoe je een verhaal op de beste manier naar je publiek brengt. Er zijn tegenwoordig zo veel manieren om dat te doen. Gewone nieuwsstukken, reportages maar ook interactieve documentaires of zelfs games. De meest bezochte pagina op de site van The New York Times vorig jaar was een dialectenquiz, gemaakt door een stagiair. Afhankelijk van je antwoorden bepaalde dat programmaatje uit welke staat je afkomstig was. Tegelijk kreeg je ook info over de Amerikaanse dialecten mee. Voor mij is dat even goed een manier om een journalistiek verhaal te vertellen."

©Franky Verdickt

Alleen durven we in Vlaanderen wat dat betreft nog te weinig buiten de lijntjes kleuren. "Wat nieuwsuitzendingen en reportagemagazines betreft zijn we wereldtop. We doen het met bescheiden middelen heel goed. Maar op onlinegebied hinken we achterop. In de VS heb ik twee ABC-journalisten gesproken. Zij hadden hun job opgegeven om in New York een online regionaal krantje op te starten. Daar konden ze perfect van leven. Bij ons is zoiets ondenkbaar. Kijk naar Politico, ooit begonnen als een blog, nu een toonaangevende nieuwssite. Of Vice News, die hebben als online-tv-kanaal ondertussen vijf miljoen volgers op YouTube. Ik kan niet anders dan daar met afgunst naar kijken."



"Ik vind het fantastisch dat een site als Newsmonkey probeert om ook bij ons de dingen online in beweging te krijgen, maar tegelijk vraag ik me af wat die site nu precies wil zijn. Nu is Newsmonkey een samenraapsel van allerhande lijstjes af en toe afgewisseld met een politieke analyse van Wouter Verschelden. Daarin volg ik de mening van de Deense mediaspecialist Tomas Baekdal. Nieuwssites moeten volgens hem geen supermarkt willen zijn, ze kunnen beter focussen op één bepaald ding. Al is dat op de kleine Vlaamse markt niet makkelijk. Het is nog maar de vraag of pure onlinejournalistiek hier ooit zal doorbreken."

Primetime

Het is absoluut fout om te denken dat een reportage pas af is wanneer er een expert aan het woord komt

Wat niet wil zeggen dat Verheyden die onlineontwikkelingen links laat liggen. Want net daar zijn de jonge kijkers te vinden waar ook een programma als Koppen aansluiting bij wil vinden. "Jongeren kijken veel minder tv. Dat zien we ook op onze Facebookpagina's. Veel van die jonge kijkers komen daar onze reportages bekijken."

In een ideale wereld is er online nog veel meer mogelijk. Verheyden: "Een vervolg op een bepaalde reportage brengen bijvoorbeeld, een extra interview doen of cijfermateriaal van wat meer duiding voorzien. Maar als je, zoals nu, Koppen met vijf journalisten maakt, dan is daar geen tijd voor. Misschien hoeft het ook niet, televisie blijft onze corebusiness, maar we moeten er wel over na willen denken."

©Franky Verdickt

Zeker omdat Koppen het op dat traditionele televisiescherm lastig heeft. Terwijl het programma twee jaar geleden nog goed was voor gemiddeld 616.000 kijkers blijven er daar nu nog 457.000 van over. Een gevolg van de concurrentie volgens Verheyden. "VTM pakt op donderdag uit met de broertjes Coppens, VIER doet hetzelfde met Philippe Geubels. En daar staan wij dan tegenover met een actualiteitenmagazine waar je toch drie kwartier voor moet gaan zitten. Ik ben best trots op het feit dat we een reportagemagazine in primetime maken waar nog altijd een half miljoen mensen op afstemmen."

Maar om die kijker geïnteresseerd te houden heb je storytelling nodig. "Vraag een kijker tien minuten na een nieuwsuitzending wat hij of zij ervan onthouden heeft en er zal heel weinig overblijven. Enkel het strafste beeld of het best vertelde verhaal blijft hangen. Neem nu het verhaal over de rolstoelpatiënte die het stemlokaal niet binnen raakte, dat onlangs in Het journaal zat. In plaats van te vervallen in een welles-nietesverhaal met een paar lokale politici trok Tijs Mauro met die vrouw naar het bewuste lokaal, haalde daar de deur uit haar hengsels en toonde zo hoe makkelijk de oplossing kon zijn. Dat zijn items die bijblijven."

Verkleutering

Waarom moet journalistiek altijd neutraal en objectief zijn? Als wij met Montasser AlDe'emeh naar Gaza trekken, dan brengen we zijn verhaal. Door zijn ogen. Moet ik dan een wederwoord gaan vragen bij de Israëlische regering?

Tegelijk valt bij dat soort items al snel de term verkleutering. "Onterecht", vindt Verheyden. "Het is niet omdat je een verhaal op een andere manier vertelt dat je aan verkleutering doet. Op de Amerikaanse zender SCCT zag ik een reportage over de voedselbank. Twee minuten lang lieten ze de wachtrij zien terwijl een commentaarstem bij een aantal mensen in die rij vertelt waarom ze daar staan. Dat vind ik oneindig veel sterker dan een expert die me komt vertellen dat de armoedecijfers gestegen zijn. Het is absoluut fout om te denken dat een reportage pas af is wanneer er een expert aan het woord komt.

"Net zoals ik ook niet vind dat een reportage per se alle kanten van een verhaal moet brengen. Waarom moet journalistiek altijd neutraal en objectief zijn? Als wij met Montasser AlDe'emeh naar Gaza trekken, dan brengen we zijn verhaal. Door zijn ogen. Moet ik dan een wederwoord gaan vragen bij de Israëlische regering? Soms moet je gewoon voor één duidelijke lijn in je verhaal kiezen, zonder je kritische zin te verliezen uiteraard. Ik weet ook wel dat die aanpak ertoe zal leiden dat mensen zich opwinden in je verhaal. Maar ik heb liever dat mensen betrokken worden, of ze het nu eens zijn of niet, dan dat een verhaal hen helemaal niets doet. Bij elk verhaal dat we brengen moet de kijker tenminste iets voelen. Dat is het streefdoel. Een verhaal dat je als kijker niets doet, is een slecht verteld verhaal."

©Franky Verdickt

In dat opzicht was het verhaal dat Koppen vorige week bracht, over het hacken van medische dossiers, een voltreffer. De reportage waarin een hacker probeerde in te breken in het netwerk van het UZ Leuven kwam de Koppen-redactie op een officiële klacht te staan. "Ik vind niet dat we daar te ver zijn gegaan. Wanneer Interpol op een gegeven moment zegt dat 'bedrijven onvoldoende voorbereid zijn op hacking', dan is het de juiste journalistieke reflex om de proef op de som te nemen. Ook al levert je dat negatieve reacties op. De tijd dat journalisten alleen maar persberichten overnamen is allang voorbij."